Sleutelbeen.com Alles over sleutelbeenbreuken en -ontwrichtingen (AC luxaties)

Behandelingen

Er zijn, afhankelijk van het type breuk, de conditie en de wensen van de patiënt, verschillende behandelopties van een sleutelbeenbreuk. Beiden hebben voor- en nadelen. Hieronder leest u meer over de behandelopties.

Niet-operatieve behandeling (mitella)

  • Voordeel: Geen operatie of risico's op operatieve complicaties. Geen littekens
  • Nadeel: langer herstel (6-12 weken), mogelijk langere revalidatie na vastgroeien, kans op niet-helen van de breuk, bobbel bij breuk, verkorting van sleutelbeen, kans op een frozen shoulder

Operatie (plaatfixatie)

  • Voordeel: sneller herstel (direct oefenen na operatie), grotere kans op vastgroeien breuk, geen bobbel, meestal geen revalidatie noodzakelijk, zelfde dag weer naar huis
  • Nadeel: operatie met kans op complicaties (< 2%), soms plaat te voelen waarvoor 2e operatie in toekomst mogelijk is, Litteken, soms een klein gebied op de borst dat doof aanvoelt

Keuze behandeling?

Wanneer een snel herstel met een grote kans van vastgroeien belangrijk is voor de patient, is een operatie aan te raden. Mocht de patient de tijd hebben, geen operatierisico's wil lopen en een bobbel accepteert, kan het natuurlijk herstel afgewacht worden. Er is dan wel een kleine kans op niet-vastgroeien en soms enige verkorting van het sleutelbeen.


Niet-genezen sleutelbeenbreuk (pseudo-artrose)

Soms geneest een sleutelbeenbreuk niet na een niet-operatieve behandeling. Vermoedelijk hebben de twee uiteinden elkaar niet goed kunnen 'vinden'. Dit kan komen doordat de uiteinden te ver uit elkaar lagen, te veel bewogen of er iets tussen de uiteinden heeft gezeten zoals spier. Ook kan roken de genezing nadelig beïnvloeden. Wanneer het bot na 3-6 maanden niet genezen is spreken we van een pseudo-artrose ("nieuw gewricht") van de breuk. Of dit een probleem is bepaalt de patiënt: het hoeft namelijk niet altijd operatief hersteld te worden wanneer er geen klachten zijn. De botdelen zitten dan vast door littekenvorming en kunnen ten opzichte van elkaar een beetje bewegen.